Er in juni 2024 meer dan 300 graven worden geruimd?
Op de begraafplaats van Zaamslag worden in juni ruim 300 graven geruimd. Een daarvan is graf F7-152. Er staat slechts paaltje, nu overschaduwd door narcissen en blauwe druifjes. Het graf is van mijn overgrootvader Pieter Zegers (1876-1957).
Graf F7-152 staat in een deel van het kerkhof met opvallend veel paaltjes. Het gebrek aan grafstenen in dit vak is waarschijnlijk toe te schrijven aan de tijd waarin hier mensen begraven werden. Mijn overgrootvader overlijdt in 1957. Het zijn de naoorlogse jaren en veel geld voor een steen is er waarschijnlijk niet. In een boek over de begraafplaats van Zaamslag lees ik dat vak F bovendien derde klas graven zijn. Iets wat een tweede verklaring is voor de grote hoeveelheid paaltjes in dit vak.
Als Pieter Zegers overlijdt op maandag 16 december 1957, is hij 81 jaar. Volgens het historisch archief is het die dag erg koud. De gemiddelde temperatuur is -7,4 graden, de zon schijnt en het is de hele dag droog. Het overlijden van mijn overgrootvader komt niet plotseling. Mijn tante Mien vertelt via Facetime dat haar opa geruime tijd ziek op bed ligt en thuis wordt verzorgd door zijn dochter Davina, haarzelf en vier nichtjes die dan allemaal in opleiding zijn tot verpleegkundige in Terneuzen. Verzorgingstehuizen zijn er dan nog niet. Ook buurtgenoten uit Poonhaven en Hoek op de Dijk springen af en toe bij. Na haar werk gaat ze een keer of zes langs om haar opa te wassen en schone kleren aan te trekken.
De eerste keer dat ik een foto zie van Pieter Zegers is als ik in 2017 in Canada op bezoek ben bij mijn tante. Op haar dressoir staat zijn trouwfoto en waarop hij naast een vrouw staat die ik meteen herken: Jacomina Francina Zegers-Scheele. Haar levensgrote foto hing altijd bij oma De Putter thuis. Als ik hem bestudeer, realiseer ik dat mijn vader, Pieter de Putter, naar hem vernoemd moet zijn. Dat is niet het enige wat ze gemeen hebben. Ik kijk niet alleen naar een man met dezelfde naam, maar ook met dezelfde kaken en dezelfde glimlach. Vriendelijk en ingetogen. Het is ook dezelfde kaaklijn en dezelfde blik als die van mijn oma. En eigenlijk ook als die van mijn oudste zoon Mats. Ik word wat stil van de gelijkenis.
Getroffen door de overeenkomst zoek ik hem bij thuiskomst op in de Zeeuwse archieven. Ik vind dat hij in mei 1876 geboren wordt in Poonhaven in een groot boerengezin. Hij is de derde van tien kinderen. Vijf van hen halen hun eerste verjaardag niet. Zijn grootvader en overgrootvader heten ook Pieter en zijn resp. hengsthouder en -rijder van beroep in Zaamslag en Hoek. Hij trouwt op 1 december 1904 met Jacomina Scheele, een drie jaar oudere weduwe met een jong zoontje. Op hun huwelijksakte vind ik hun handtekeningen in sierlijke letters. Het huwelijk duurt helaas maar 19 jaar. Jacomina sterft in 1924 en laat vijf dochters en twee zonen achter waaronder mijn oma Jacomina Francina de Putter.
Wat voor mens Pieter Zegers was, vraag ik na bij twee van zijn kleinkinderen. “Stil en vriendelijk”, zijn de woorden die kleinzoon Dave gebruikt als ik hem kort bezoek in Houten. Hij heeft nog afscheid van hem genomen weet hij, maar herinnert zich verder niet veel meer. Mijn tante Mien gebruikt dezelfde woorden. Wat stil, vriendelijk. Gek op zijn inwonende kleinkinderen en een fanatiek gebruiker van pruimtabak. Iets wat hem volgens haar maagproblemen oplevert. Ze woont een poosje bij hem in tijdens de tweede wereldoorlog, vertelt ze. Rond zijn boerderij op de Kampersedijk 11 wordt namelijk veel minder geschoten dan in het dorp Zaamslag zelf. Zijn jongste dochter Davina trouwt met een onderduiker die hij dan in huis heeft. Zij blijven bij hem wonen tot hij sterft. Hij houdt koeien, vertelt mijn tante en ziet erop toe dat zijn nieuwsgierige kleindochter die graag wil zien hoe een kalf geboren wordt, dit toch nooit te zien krijgt. Ze krijgt karnemelkse pap van hem waar ze met stroop de letter M in mag schrijven. Ze ziet hem vrij vaak, ook na de oorlog, als hij op bezoek komt bij haar ouders. Met warme melk probeert mijn oma dan zijn pijnlijke maag te sussen.
Over een paar maanden, in juni 2024, wordt de man onder paaltje nummer 152 geruimd. Op 19 december 1957 is hij daar, zoals dat toen gebruikelijk was in Zaamslag, met een begraafstoet te voet vanuit zijn huis heen gebracht. Mijn tante en haar nichtjes worden met een taxi van hun werk in het ziekenhuis opgehaald. Iets wat een enorme ervaring was, vertelt ze. In de stoet moet naast mijn oma, opa en ome Kees ook mijn vader hebben gelopen. Hij is dan 12 jaar. Bij het graf waar ik later zelf sta om mijn overgrootvader een laatste groet te brengen, heeft mijn vader als jongetje gestaan. Met dezelfde kaaklijn als de man die dan begraven wordt. Wat mijn vader dan niet weet is dat hij op de sterfdag van zijn opa, 16 december, 15 jaar later zelf een dochter zal krijgen: mijn zus. Ook weet hij niet dat hij ooit een kleinzoon krijgt, met een Zegers-kaaklijn en een Zegers-glimlach. Dat laatste zal hij helaas niet meemaken. Maar hij leeft net als Pieter Zegers voort in andere mensen.
Rust zacht, overgrootvader Pieter Zegers. Ik heb je foto, ik heb je verhaal. Ik heb straks niet meer je graf.
- Login of registreer om te reageren
Reacties