
In mei 1940, als de Duitsers Zeeland dreigen binnen te vallen, past de Nederlandse regering haar oude verdedigingssysteem toe: de waterlinies. Zuid-Beveland wordt onder water gezet en de bewoners worden geëvacueerd. Het verhaal van een van hen: Wilhelmina Schrijver-Moerdijk, geboren te Schore op 18 februari 1867.Â
Het moet een enorme chaos geweest zijn op Zuid-Beveland in mei 1940. Om de Duitsers tegen te houden zet Nederland haar oude tactiek van de waterlinie in en zet (een deel van) het gebied onder water. Inwoners krijgen een oproep voor vertrek en moeten uitwijken naar omringende dorpen. Voor de inwoners van Krabbendijke, Rilland en Schore betekent de evacuatie een gevaarlijke overtocht over de Westerschelde. Zij moeten hun veiligheid van de overheid een stuk verder zoeken: in Zeeuws-Vlaanderen. Dit betekent een riskante overtocht over de Westerschelde waar Duitse vliegtuigen patrouilleren en op alles schieten wat beweegt. Normale veerboten zijn er bovendien nauwelijks. Die worden gebruikt door de Fransen. Zij zijn Nederland in het gevecht tegen de Duitsers te hulp geschoten en hebben de boten nodig om hun troepen over te zetten naar Walcheren en Zuid-Beveland. De burgers uit Schore, Krabbendijke en Rilland worden daarom vervoerd op boten die normaal worden gebruikt voor vee. De 73-jarige Wilhelmina Schrijver-Moerdijk, inwoonster van Krabbendijke, vertrekt op de vroege ochtend van 15 mei 1940 op zo’n veeboot, vanuit Hoedekenskerke naar Terneuzen.Â
Vluchtelingen in Zaamslag
Eenmaal op het vaste Zeeuws Vlaamse land worden de Zuid-Bevelandse evacués verspreid over Terneuzen, Zaamslag, Axel en Hoek. Wilhelmina Schrijver-Moerdijk wordt na de overtocht naar Zaamslag gebracht en waarschijnlijk ondergebracht bij een van de dorpelingen die hun huizen hebben geopend. De meesten blijven twee tot drie weken om daarna weer terug te keren naar hun geplunderde en inmiddels door de Duitsers bezette dorpen. Maar Wilhelmina keert echter niet terug naar haar geboortestreek. Haar vlucht naar veiligheid eindigt tragisch. Er wordt flink geschoten in Zeeuws Vlaanderen en op 23 mei, rond 14:00 uur, wordt Wilhemina in Zaamslag getroffen door een granaatinslag. Ze overlijdt op 73-jarige leeftijd en wordt op Zaamslag begraven waar ze nog steeds ligt.Â
Weduwnaar keert alleen terug naar Krabbendijke
Wilhelmina was niet alleen toen ze vluchtte voor het water. Ook haar man, Jan Schrijver, en waarschijnlijk ook een aantal van haar kinderen, bevonden zich onder de evacués die de overtocht over de Westerschelde ondergingen. Jan overleeft de evacuatie en keert na een paar weken terug naar Krabbendijke, zonder zijn vrouw. Daar blijft hij wonen tot aan zijn dood op 27 april 1956. Hij is dan 85 jaar.Â
Een vergeten geschiedenis
Evacuaties kwamen in Zeeland regelmatig voor in de Tweede Wereldoorlog. In verhouding zijn er nergens zoveel burgers geëvacueerd tijdens de oorlog als in Zeeland. De strategische ligging, met toegang tot de Schelde en Vlissingen, maakte de provincie een brandpunt in de strijd. Toch zijn de verhalen van deze evacués bij velen onbekend. Het graf van Wilhelmina op Zaamslag herinnert aan de evacuaties van mei 1940. Een stukje geschiedenis dat niet vergeten mag worden.
De afbeelding is getekend door chatGPT op basis van foto's die we niet kunnen gebruiken ivm rechten
- Login om te reageren
Reacties