Er in juni 2024 meer dan 300 graven worden geruimd?
Cornelis de Putter (1871-1954) en zijn vrouw Cornelia (1873-1930) hebben een bijzondere steen op de begraafplaats te Zaamslag. Hij is groot, de zijkanten lopen schuin af en in het midden zit een verhoging. Uit de verhalen die ik over Cornelis verzamel, maak ik op dat hij zelf ook bijzonder was. De steen past bij de man.
In de eerste helft van de twintigste eeuw worden op Zaamslag gedichten rondgebracht door de postbode. Op de enveloppen waarin de gedichten zitten, staat niet altijd het adres. Meestal staat in dichtvorm beschreven waar de post heen moet. Gek genoeg zorgt de postbode ervoor dat veel van de enveloppen op de juiste plek terechtkomen. De maker van de gedichten heet Cornelis de Putter. Hij schrijft ze vermoedelijk terwijl hij aan zijn eikenhouten bureau zit in de voorkamer van zijn boerderij op de Groeneweg 2. Of het humoristische gedichten zijn waarin mensen op de hak worden genomen, of serieuze poëzie misschien zelfs met een melancholische ondertoon, weet ik niet. Een van de kleinkinderen van Cornelis heeft nog een envelop. Wat erop staat is echter onleesbaar geworden door de jaren heen.Â
Een lichte handicap
Cornelis heeft meer bijzonderheden. Als hij naar het dorp gaat, is hij makkelijk vanuit de verte te herkennen. Ooit brak hij zijn been; het werd verkeerd gezet en groeide scheef aan. Iets waardoor hij zijn leven lang sleept met zijn linkerbeen. Het weerhoudt hem er echter niet van om zich vol energie op de beroepen koopman en landbouwer te storten. In het boek ‘Familie De Putter, een beperkt parenteel’ staat hij op de markt van Terneuzen afgebeeld met zijn broer David. Hij rookt een sigaar, staat fier rechtop in zijn, door het stijve been kenmerkende houding en lijkt een amicaal onderonsje te hebben met zijn oudere broer. Ook blijft hij mobiel. Hij schaft een speciale fiets aan met een pin. Moeiteloos gaat hij daarop staan, zwaait zijn verkeerd gezette been over het zadel en fietst dan met alleen zijn goede been weg. Hij legt heel wat kilometers af, fietsend met één been.Â
Kettinkjes van vliegtuigen
Schrijven, handelen en boeren zijn niet Cornelis enige bezigheden. Hij heeft bij de schuur op zijn boerderij een ruimte ingericht waar hij kan knutselen met hout en ander materiaal. Van onder andere de stukken die hij in de Tweede Wereldoorlog vindt van neergeschoten vliegtuigen maakt hij kettinkjes in de vorm van hartjes. Voor ieder kleinkind één. Hij stopt er een dubbeltje in. Ook schaft hij een orgel aan en leert zichzelf hierop te spelen. Als hij merkt dat zijn kleindochter Mien interesse heeft in muziek geeft hij haar les. Uit de verhalen krijg ik de indruk dat Cornelis altijd bezig is. Een soort onrustige ziel die altijd iets om handen moet hebben. Misschien komt het omdat hij veel drukte gewend is. Hij komt uit een groot gezin in De Val waar hij in oktober 1871 als achtste kind geboren wordt. Na hem volgen er nog drie. Opvallend voor die tijd is dat al die kinderen volwassen worden. Het huishouden bestaat lange tijd uit 13 mensen. Zijn vader Levinus trouwt overigens jong met een 6 jaar oudere vrouw. Hij is 19 als hij met de dan 25-jarige Janneke Visser trouwt. Hoewel niet heel vreemd, vallen mijn ogen er wel op als ik het gezin bestudeer.
Een laat huwelijk
Cornelis zelf is een stuk ouder als hij trouwt op een zonnige donderdag in april 1904. De bruid is Cornelia Bu(ij)tler uit Terneuzen. Hij is 32, zij 30. Zes jaar na hun huwelijk, in 1909, kopen ze de boerderij op de Groeneweg 2 te Zaamslag. Daar groeien hun vier kinderen Levinus (1905), Cornelis (1906), Jan (1907) en Janna (1910) op. Helaas bestaan er van het gezin geen foto’s. Wel zijn er foto’s van een paar van de broers van Cornelis met hun gezin. Ze staan in het eerder genoemde boek over familie De Putter. Voor de afwezigheid van foto's is een reden. Cornelia is strikt en ervan overtuigd dat je geen afbeeldingen mag maken van jezelf. Cornelis past zich aan zijn vrouw aan. Iets wat hij misschien wel vaker doet ondanks zijn markante persoonlijkheid. Ook de schrijfwijze 'Butler' in plaats van 'Buijtler', zoals Cornelia bij de gemeente geregistreerd staat, neemt hij van haar over.Â
Een drama waarover wordt gezwegen
In 1923 krijgt het bruisende leven van Cornelis helaas een dramatische wending. Zijn oudste zoon Levinus berooft zich van het leven op de boerderij. Hij is net 18 jaar. Het dompelt het gezin onder in diepe rouw die ze nooit helemaal te boven komen. Als oplossing kiezen ze ervoor decennialang te zwijgen. Niemand mag ooit naar Levinus vragen tot de kleinkinderen aan toe. Zeven jaar later maakt Cornelis opnieuw een groot verlies mee. Als ze nog maar net 56 is, sterft zijn vrouw Cornelia in januari 1930. Cornelis is dan 58. Hij blijft op de Groeneweg wonen en laat de touwen vieren. Zijn kinderen Jan en Janna kopen niet lang na het overlijden van hun moeder een fototoestel. Ook Cornelis leggen ze vast op beeld. Of er al alcohol in huis was voor Cornelia stierf, weet ik niet, maar ik kan me voorstellen van niet. In ieder geval vloeit er in de jaren na 1930 wijn in huize De Putter. Cornelis probeert op nieuwjaarsdag 1946 zelfs zijn dan 8-jarige kleindochter Mien drank te voeren. Het is er de hoogste tijd voor vindt hij. Mijn oma, die dan vermoedelijk met mijn zeven maanden oude vader op schoot zit, steekt er resoluut een stokje voor. Via facetime vertelt mijn tante jaren later hoe teleurgesteld ze is als het glas bij haar wordt weggenomen. Als ze volwassen is, blijkt ze helemaal niet van wijn te houden.
Bedrijfsovername van de Groeneweg 2
In de tijd van het wijnincident is Cornelis inmiddels niet meer de hoofdbewoner van de boerderij op de Groeneweg. Zijn dochter Janna en zoon Jan hebben het bedrijf overgenomen. Janna trouwt in 1941 met Aarnout van de Ree; zij vestigen zich op de boerderij. Het klikt goed tussen Jan en Aarnout en ze runnen het boerenbedrijf met verve. In een akte staat dat Cornelis altijd op de boerderij mag wonen. Hij installeert zich in de voorkamer en eet ‘s avonds mee met het gezin. Een van de kinderen van Janna kan zich het eerste nog goed herinneren. Tot haar teleurstelling speelt haar opa niet veel met haar. Ze bezoekt hem weleens als hij in de voorkamer zit. Hij vraagt haar dan uit de Statenvertaling voor te lezen, corrigeert haar fouten en stuurt haar er soms op uit om sigaren te kopen. Het wisselgeld mag ze houden.Â
'Niet echt een knuffeltype'
Mijn tante uit Canada die niet bij het gezin in woont, maar vaak op zondag op bezoek gaat bij haar opa, kan zich de tijd ook nog goed herinneren. Ze omschrijft hem als 'niet echt een knuffeltype'. Iets wat in die tijd denk ik ook niet echt gebruikelijk was. Hij noemt haar nooit net als iedereen 'Mien' of 'Mientje'. Cornelis wijkt graag af en noemt haar standaard 'Jokkemien'. Het staat nog in haar geheugen gegrift. Ze mag hem helpen als hij van hout en metaal alles in elkaar knutselt in zijn atelier. Ook haalt ze hem soms over om haar te helpen als ze verstoppertje speelt met haar nichtjes. Terwijl zij zich schuilhoudt onder het bureau gaat hij er met een stoïcijns gezicht voor zitten zodat niemand haar ziet.Â
Als vrijwel alle kleinkinderen tieners zijn, overlijdt Cornelis in zijn bedstee op de boerderij van de Groeneweg. Het is 26 mei 1954 en hij is 82 jaar. Drie dagen later wordt hij met de koets opgehaald om naast zijn vrouw begraven te worden op de begraafplaats van Zaamslag. Op steenworp afstand ligt zijn oudste zoon Levinus. Ik hoop dat ze daar nog lang mogen blijven liggen.
Â
- Login of registreer om te reageren
Reacties