Begin mei 1940 bepaalt de Nederlandse overheid dat inwoners van Krabbendijke en Rilland geëvacueerd worden naar Zeeuws-Vlaanderen (Zaamslag, Axel, Hoek of Terneuzen). Om de Duitsers tegen te houden worden de polders waar de dorpen in liggen namelijk onder water gezet.Â
Wilhelmina en haar man Jan Schrijver reizen hiervoor vermoedelijk in de ochtend van 15 mei in alle vroegte af naar het haventje van Hoedekenskerke waar ze de Westerschelde worden overgezet. Hun reis eindigt in Zaamslag.